Wimar Bolhuis

Econoom, wetenschapper en publicist

Het mysterie van de arbeidsproductiviteitsgroei

We moeten slimmer gaan werken om meer loon te krijgen, zo leerden we afgelopen vrijdag. Die dag bracht het Centraal Planbureau een mooie studie uit over de vertraagde loonontwikkeling in ons land. Onze rekenmeester concluderen dat de arbeidsproductiviteitsgroei in Nederland sinds 1996 afzwakt, zeker in de afgelopen vier jaar na de crisis, en dat dit de belangrijkste reden is voor de veelbesproken ‘achterblijvende’ loonstijgingen. We zijn daarin ook niet bijzonder, in de landen om ons heen zien we precies hetzelfde gebeuren.

Voor veel media was het CPB-rapport lastig te begrijpen. De Telegraaf, RTLZ Z, Business Insider en Pownews meldden dat Nederlanders volgens het CPB harder moesten gaan werken. Dat is gewoon onjuist. De onderzoekers benadrukken niet dat we meer uren productief werk moeten leveren (harder werken), maar wel we per gewerkt uur meer productief moeten gaan zijn (slimmer werken). Over de stagnerende groei van onze productiviteit uit het CPB al veel langer grote zorgen. In maart 2017 publiceerde het CPB een notitie dat onze productiviteitsgroei sinds 1970 aan het afkalven is, met een extra knauw naar beneden rondom de eeuwwisseling. Een zorgelijke observatie.

Minstens zo zorgelijk is onze onwetendheid welke instrumenten effectief zijn om de arbeidsproductiviteitgroei weer sterker laten stijgen. Ondanks al het empirische onderzoek van de laatste jaren. Want dat is natuurlijk de essentiële vraag: hoe gaan we slimmer werken?

Het CPB zegt opvallend weinig over het hoe. In hun slotbeschouwing stellen de onderzoekers dat we mogelijk optimistisch kunnen zijn over de productiviteitswinsten die ICT- vernieuwingen op termijn met zich meebrengen. Dit kost alleen tijd. De ICT moet immers nog verwerkt worden in onze productieprocessen en medewerkers moeten nog leren hoe ze hiermee moeten werken. Verder wemelt het van de algemene termen: het stimuleren van innovatie, de inzet van managementpraktijken die ICT benutten, het uitvoeren van fundamenteel onderzoek, het aanjagen van onderwijs en om- en bijscholing, de aanpassing van onze ontslagbescherming, en waar mogelijk het doen van complementaire beleidsmaatregelen – zoals investeringen in opleiding en ontwikkeling van medewerkers gerelateerd aan ICT.

Tsja. Het hoe blijft zo behoorlijk algemeen en hoog over. Bijna mysterieus.

Opeens begrijp je beter waarom de denkbeelden van economie-professor Mariana Mazzucato , tevens adviseur van de Europese Commissie, zo populair zijn. Alle Westerse landen worstelen vandaag de dag met het mysterie van de achterblijvende arbeidsproductiviteitsgroei. Mazzucato biedt een specifieke en concrete oplossing. Haar oplossing: een ondernemende staat die actief inzet op innovatie, waarna de private sector de innovaties overneemt en de arbeidsproductiviteitgroei verhoogt. Hoe: de ondernemende overheid moet veel en langjarig investeren in (fundamenteel) onderzoek en ontwikkeling en alleen partijen financieel belonen die werkelijk waarde toevoegen aan de economie.

Zou het slimmer zijn van Nederland om hier werk van te maken?

«
»