Wimar Bolhuis

Econoom, wetenschapper en publicist

Image by Hans Braxmeier from Pixabay

Winter is coming: het is tijd voor lastenverlichting (en wel nu!)

In Duitsland en de VS vinden al maanden publieke discussies plaats over wanneer de nieuwe recessie zal uitbreken, mede ingegeven door de signalen dat de Chinese economie terugvalt. Prominente economen waarschuwen voor een omslag eind 2019 en voor krimp en stijgende werkloosheid in 2020.
Scheidend ECB-president Draghi kondigde aan de rente verder te verlagen en meer obligaties te kopen als de Europese groeiverwachtingen niet verbeteren. Duitsland blijft trouw aan haar karakter en gaat zelfs alweer bezuinigen.
Kortom, de vooruitzichten zijn niet best. Of, zoals ze bij de tv-serie Game of Thrones dan zouden zeggen: “Winter is coming.”

In Nederland geen vuiltje aan de lucht
Maar in Nederland is het stil. Traditioneel baseren wij ons op onze belangrijkste ramingen. Het CPB gaat nu uit van een economische groei van 1,5 procent in 2020, waarbij de werkloosheid wel licht stijgt. Het planbureau stelt dat er sprake is van ‘een meer standaard economische groei’. De DNB voorspelt 1,5 procent bbp erbij in 2020 en 1,4 procent in 2021. Volgens de bank ligt dit dichtbij de potentiële groei en ‘normaliseert’ het tempo zich.

U kunt rustig gaan slapen.
Alleen weten we dat ramingen het moment van de omslag en de diepte van de dip erna niet goed voorspellen. Uit onderzoek blijkt dat deze vooruitzichten de groei in een opgaande conjunctuur gemiddeld onderschatten met 0,9 procentpunt bbp en in een neergaande conjunctuur – waar de wereld nu heen lijkt te gaan – overschatten met 1,3 procentpunt bbp. Economische modellen snappen het fenomeen ‘recessie’ nog maar beperkt. De DNB- en CPB-ramingen hebben dus een kleine marge.

Optimisme zakt weg
Het CPB weet dit en benoemt terechte neerwaartse risico’s: het Amerikaanse handelsbeleid, een no-deal Brexit, de situatie in Italië, en een woningmarktomslag. Daarbij is het consumentenvertrouwen laag, het optimisme van producenten, inkopers en beleggers zakt weg en het groeitempo van onze economie vlakt af door de stagnerende wereldhandel.
Extra zorg: onze geraamde economische groei wordt vooral gedragen door begrote nieuwe overheidsuitgaven, waarvan de daadwerkelijke besteding door de krappe arbeidsmarkt onzeker is. Immers, de regering krijgt tot nu toe haar uitgavenlijstje voor infrastructuur, defensie en zorg niet volledig uitgegeven. Blijft dit het geval, dan slaat het een deuk in de positieve vooruitzichten.
Maar de essentiële vraag is natuurlijk: hoe gaat de Nederlandse regering reageren als de recessie uitbreekt?

‘Trap bij recessie niet op de rem’

Opmerkelijk is dat CPB-directeur Van Geest en CPB-medewerkers Smid en Suyker in maart het stuk ‘Trap bij een recessie niet op de rem’ publiceerden. Zij concluderen dat Nederland traditioneel bij de eerste tekenen (ramingen) van tegenspoed gaat bezuinigen en hervormen (ik concludeerde hetzelfde in mijn proefschrift). Hun waarschuwing is dat de rekening van deze aanpak door de flexibelere arbeidsmarkt nu nog sterker bij de kwetsbaarste groepen terecht komt. In de vorm van werkloosheid, inkomensverlies en minder vertrouwen en welbevinden.
Ook stellen de CPB’ers dat het zigzagbeleid na de crisis op korte termijn veel schade veroorzaakte en het vertrouwen van laagopgeleiden in de toekomst verlaagde. De ING, Rabobank, OESO en IMF spraken zich eerder ook kritisch uit over het gevoerde begrotingsbeleid.

Nederland doet zichzelf tekort
Het advies van deze CPB-economen is dat de overheid bij een nieuwe recessie een begrotingsbeleid voert dat gebaseerd is op langjarige verwachte groei, zodat er niet plots hard op de rem getrapt hoeft te worden. Ze zeggen terecht dat daar macro-economisch de ruimte voor is en zelfs dat Brussel hiervan te overtuigen moet zijn (van niet strikte naleving van het Groei- en Stabiliteitspact).

Onze regering heeft natuurlijk ruim voldoende financiële armslag. Kijkende op de meerdere jaren van grote overschotten op de betalingsbalans en begroting (en altijd lage staatsschuld), doet Nederland zich zelfs al langer tekort. Het IMF adviseert al jaren dat we miljarden euro’s moeten inzetten voor belastingverlaging en investeringen in onderwijs en innovatie. Omdat we dit niet doen leven Nederlandse burgers minder welvarend en minder koopkrachtig dan mogelijk en wenselijk.

Onze regering maakt de winter kouder
Het echte verhaal is dat de verantwoordelijke politici en adviserende ambtenaren op het moment suprême altijd meer belang hechten aan budgettaire overwegingen dan aan sociaaleconomische gevolgen. De stand van het begrotingssaldo is leidend. Daarna volgen zorgen over de economische ontwikkeling en werkloosheid. Onze regering maakt winters juist nog kouder.
Dus zijn onze regeringen de komende winterjaren bereid om de kachel extra op te stoken? Als de geschiedenis van het Nederlandse begrotingsbeleid een voorspeller is, is het antwoord ‘nee’. Dan wordt er bezuinigd op het brandhout.

Lastenverlaging graag!
Op zijn minst kan deze regering haar begrote extra uitgaven aan infrastructuur, defensie en zorg laten staan en geen belastingverhogingen doorvoeren. Zodat de rekening voor de kwetsbaarste groepen op de flexibele arbeidsmarkt beperkt blijft.
Maar het allerbeste zou zijn om nu al actief in te spelen op de naderende winter. Geef die miljarden euro’s lastenverlichting waar ruimte voor is! Per 1 januari 2020 al graag.

Gepubliceerd op RTLZ.nl

«
»