Wimar Bolhuis

Econoom, wetenschapper en publicist

Sociaal zwakkeren hardst geraakt door krakende verzorgingsstaat

08 april 2022 06:58, RTL Nieuws

Een uitgangspunt in de christelijk-sociale politiek is dat de overheid een schild voor de zwakkeren moet zijn. Bij ziekte, werkloosheid en sociale problemen. Dat is in Nederland niet altijd zo. Vaak komt dit door praktische problemen in de uitvoering van beleid: als je de kracht niet hebt om een schild op te tillen, houdt het op.

Deze week bracht de Algemene Rekenkamer naar buiten dat de Belastingdienst praktisch niet controleert op mogelijke schijnzelfstandigheid van zelfstandigen. Het is volstrekt duidelijk wie daar in Nederland voordeel uit halen: schimmige opdrachtgevers en calculerende zelfstandigen, die daardoor minder belastingen en premies hoeven af te dragen.

Het nadeel is voor kwetsbare werkenden die onterecht onder het minimumloon betaald krijgen, geen verzekering en pensioen opbouwen, en te weinig arbeidsrechtelijke bescherming genieten.

Waarom worden de sociaal zwakkeren het hardst geraakt? Het fundamentele punt is dat de lagere inkomens inkomensondersteuning van de overheid moeten ontvangen om te kunnen leven en van de hogere inkomens juist verzocht wordt om een deel van hun inkomen af te dragen. Dus als een uitvoeringsorganisatie niet kan leveren, komt de eerste groep snel in de knel. Als door een uitvoeringsprobleem niet geïnd wordt, is het een leuk meevallertje voor de rijken en vermogenden.

Denk aan de eenmalige energietoeslag van 800 euro die het kabinet – terecht! – wil uitkeren aan lage inkomens op of net boven het sociaal minimum. Voor de gemeentelijke uitvoering is het zeer lastig om dit bij de 800.000 huishoudens te krijgen die het nodig hebben. Weliswaar kan het direct aan bijstandsgerechtigden overgemaakt, maar alle niet-uitkeringsontvangers moeten zich normaal melden voor deze bijzondere bijstand. Gemeenten weten simpelweg niet welke inwoners allemaal tot de doelgroep behoren en al helemaal niet wat hun rekeningnummer is.

We weten dat de grootste progressieve herverdeling tussen mensen in Nederland door de overheid plaatsvindt door het verstrekken van bijstandsuitkeringen en verzekeren van de langdurige zorg. Het is de uitgavenkant van de Rijksbegroting die relatief veel ten goede komt aan de sociaal zwakkeren. Als daar een kink in de uitvoeringskabel komt, groeien de persoonlijke problemen.

Elke tegenvaller bij de overheid doet direct pijn bij een mens. Voor hun huishoudboekje en publieke voorzieningen zijn de laagste inkomens zeer afhankelijke van overheidsbestedingen. Bezuinigingsrondes komen daarom altijd disproportioneel terecht op de schouders van sociaal zwakkeren.

Onze belastingstelsel zelf doet maar weinig aan herverdeling. Het belangrijkste doel is geld ophalen via het heffen van belastingen en premies. Daarbij komt dat het voor de uitvoering veel gemakkelijker is om belastingverlagingen door te voeren, dan om subsidies en toeslagen uit te keren. In die zin is het begrijpelijk dat de regering de btw op energie en de accijns op benzine en diesel verlaagt in reactie op de stijgende energieprijzen, want dit is goed en snel uitvoerbaar, hoewel (helaas) het voordeel vooral bij de midden- en hoge inkomens terecht komt.

Tot slot mogen we de goed georganiseerde tegenstand van de rijken en vermogenden in Nederland tegen belastingheffing, via invloedrijke liberaal-conservatieve stromingen en door vermogende politici zelf, niet vergeten. De juridische kruistocht tegen de vermogensbelasting in Box 3, uiteindelijk succesvol, is een goede illustratie. Elke miljardentegenvaller voor de overheid is daar goed meegenomen.

Het Centraal Planbureau berekende kortgeleden dat de belastingdruk voor bovenste top 1 procent huishoudens beduidend lager is, omdat hun kapitaalinkomen en ingehouden bedrijfswinsten minder belast worden dan looninkomen. Het totale belastingstelsel pakt licht degressief uit, in plaats van progressief. Wat nog niet in het rapport stond: het bestrijden van belastingontwijking lukt alleen met hele sterke uitvoeringsorganisaties.

De conclusie is overzichtelijk. Een overheid met krakende uitvoeringsorganisaties kan geen schild voor de sociaal zwakkeren zijn. Zo’n overheid wordt vanzelf een matser van de sterkeren.

«
»