Wimar Bolhuis

Econoom, wetenschapper en publicist

Hoe de overheid zichzelf ontziet

De Haagse kaasstolp heeft van die woorden die direct alle alarmbellen doen rinkelen. ‘Hervorming’, ‘synergievoordeel’, ‘indexatiebijstelling’, ‘heroverweging’, ‘efficiëntieslag’, ‘simplificatie’. Die woorden kennen altijd één zekere uitkomst: iemand wint en iemand verliest.

‘Vereenvoudiging’ is ook zo’n alarmbel-woord. Vaak betekent het dat een politicus regels wil afbouwen. Regels die oorspronkelijk dienden om een beoogde beleidsuitkomst te garanderen. Zeker weet je dan ook: de voorgestelde vereenvoudiging gaat die uitkomst veranderen.

Een perfect voorbeeld hiervan zien we nu. Op donderdag 4 juli – de laatste dag voor het zomerreces – stuurde staatssecretaris Van Ark van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de brief ‘Vereenvoudiging banenafspraak en quotumregeling’ naar de Tweede Kamer. Die banenafspraak is en was de inspanning om op termijn 125.000 extra werkplekken voor mensen met een arbeidsbeperking te organiseren in Nederland. De marktsector zou er 100.000 moeten maken. De overheidssector 25.000.

Komen deze banen er ondanks alle goede bedoelingen niet, dan gaat de regering elke organisatie met meer dan 25 werknemers verplichten arbeidsgehandicapten in dienst te nemen. Er komt een zogenoemd quotum en elke werkgever die in gebreke blijft betaalt jaarlijks 5.000 euro boete. Grote meerderheden in de Eerste en Tweede Kamer steunden deze beleidsinzet afgelopen jaren.

Die vereenvoudigingsbrief bracht geweldig nieuws. Het gewenste aantal extra banen voor mensen met een arbeidsbeperking is vorig jaar gehaald! Het zijn er zelfs veel meer dan gehoopt! Sinds 2012 zijn er welgeteld 51.956 extra banen bijgekomen in de markt en bij de overheid. De oorspronkelijke doelstelling voor 2018 was 43.500.

Maar Van Ark is terecht kritisch. Deze banengroei komt al jaren vooral door de inzet van marktwerkgevers. Zij hebben met 44.017 plekken 85 procent van al het werk gedaan. Terwijl ze voor ‘slechts’ 31.000 aan de lat stonden. De markt regelde 142 procent van zijn beleidswens.

Het is de overheid die beschamend ver achterblijft bij zijn oorspronkelijke doelstelling. Beoogd waren 12.500 plekken, maar er zijn er pas 7.940 geregeld. Slechts 63 procent. Oef.

Daarom wordt nu Aart van der Gaag, commissaris van het succesvolle marktproject ‘Op naar de 100.000 banen!’ van VNO/NCW, MKB Nederland en LTO, door de staatssecretaris verzocht om zijn ervaringen te delen met de overheidswerkgevers. Goed idee. Pijnlijk is dat Van der Gaag zegt dat er met ‘een kopgroep van intrinsiek gemotiveerde werkgevers in de afgelopen jaren een inclusieve beweging op de arbeidsmarkt is ontstaan’.

Blijkbaar heeft de overheid geen echte kopgroep en te weinig intrinsiek gemotiveerde werkgevers.

En wat is de ‘vereenvoudiging’ die staatssecretaris Van Ark nu voorstelt? “Er komt één banenafspraak voor alle werkgevers in Nederland. Alle werkgevers kunnen de plaatsen realiseren. Dat betekent dat het er niet meer toe doet bij welke werkgever iemand uit de doelgroep banenafspraak werkt.”

Ook deze vereenvoudiging verandert duidelijk de uitkomst. Namelijk dat de overheidssector niet meer afzonderlijk wordt afgerekend op zijn eigen streefgetallen. Er komt een nieuwe macro-doelstelling voor de extra banen voor mensen met een arbeidsbeperking, die gewoonweg inhoudt dat de oude doelstellingen voor de markt en overheid bij elkaar worden opgeteld.

Zo hoeft staatssecretaris Van Ark geen quotum in te voeren voor haar eigen overheidssector, ondanks dat dit was afgesproken als stok tegen niet levering. De regering wil voorkomen dat overheidswerkgevers 5.000 euro boete per niet gerealiseerde baan aan de Belastingdienst moeten betalen. Want jaarlijks duizenden overschrijvingen door massale nalatigheid, dat is een lelijk beeld.

De koerswijziging – of vereenvoudiging – is alleen lastig zomaar te maken. Daarom sloot de regering in april al een bestuurlijk akkoord met overheids- en onderwijssectoren. Dit akkoord moet leiden tot ‘nieuwe energie’ en ‘hernieuwde inspiratie’, mede door enkele ‘vereenvoudigingen’. De sectoren wilden uitstralen dat de banenafspraak hen nu echt menens is. Maar zonder streefcijfers te noemen. In juni kwam vervolgens de werkagenda banenafspraak Rijk naar buiten. Hierin wordt wel gesproken over 5.000 extra werkplekken tot 2024. Maar zonder uitwerking hoe dan en wie dan.

Ironisch genoeg voelde Van der Gaag de bui vorig jaar al aankomen: “Het kan niet zo zijn dat wij als bedrijfsleven onder moeilijke omstandigheden het target halen en dat vervolgens alles op één hoop wordt gegooid, waardoor wij onder de quotumregeling komen te vallen als uiteindelijk de banenafspraak door nalatigheid van de overheid niet wordt gehaald.”

Eens. Hopelijk lukt het Aart om de overheid de banenafspraak niet te veel te laten ontlopen.

Gepubliceerd op RTLZ.nl

«
»