Wimar Bolhuis

Econoom, wetenschapper en publicist

Onze overheid is er niet voor iedereen

Dat de overheid niet voor elke burger goed werkt, is door het kinderopvangtoeslagdebacle voor heel Nederland pijnlijk zichtbaar geworden. Maar steeds breder blijkt dat overheidsbeleid echt verschillend uitpakt tussen groepen mensen, simpelweg door de vormgeving.

Beter gezegd: sommige burgers genieten voordeel van de gekozen opzet. Andere burgers ervaren een nadeel.

De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid waarschuwde meermaals dat van burgers steeds meer redzaamheid en alertheid is gevraagd, terwijl lang niet iedereen hiertoe in staat is. Het veronderstelde denkvermogen en doenvermogen is bij mensen simpelweg niet (altijd) aanwezig. Dat is de menselijke natuur, geen onwil, zegt de onafhankelijke adviseur.

Uit de zorgsector kwam recent een nieuw sprekend voorbeeld. De Nederlandse overheid biedt burgers de mogelijkheid om het verplicht eigen risico van 385 euro voor hun zorgverzekering vrijwillig te verhogen naar 885 euro.

Deze mooie studie in economen-vakblad ESB bewijst dat mensen met een hoog inkomen en een hoge opleiding de beste – meest rationele – keuzes maken over de hoogte van dat eigen risico. Het maximaal vrijwillig eigen risico wordt vooral gekozen door burgers met een doctorstitel en een studierichting statistiek.

Mensen met een lager opleidingsniveau, minder kwantitatief-analytische achtergrond of beroep, maken minder rationele beslissingen en betalen dan te veel premie. De onderzoekers concluderen dat de top vijf procent consumenten die de beste keuzes maken een gemiddeld huishoudeninkomen van 110.000 euro heeft, terwijl de onderste vijf procent het met 39.000 euro moet doen.

Dat de overheid ons de ruimte geeft om vrijwillig het verplicht eigen risico te verhogen, is daarom om twee redenen regressief beleid dat ongelijkheden vergroot. De hoogste inkomens nemen namelijk de beste beslissingen: als ze voorspelbaar lage zorgkosten zullen hebben, kiezen ze vaker voor een hoger risico.

Ook hebben de mensen met de hoogste inkomens gemiddeld een betere gezondheid, vervolgens lagere zorgkosten, en daarmee meer financieel profijt van een hoger eigen risico.

De algemene les is deze. Een overheid die delen van zijn beleid doopt in eigen verantwoordelijkheid en keuzevrijheid, kiest daarmee voor grotere ongelijkheid tussen zijn burgers.

Het uitgaan van een goed calculerende mens bij het ontwerpen van beleid is in het voordeel van de hogere sociaaleconomische klassen. Zij lijken simpelweg het meeste op de homo economicus.

In eerdere columns betoogde ik dat we in Nederland onderverzekering zien tegen ziekte en arbeidsongeschiktheid onder zelfstandigen zonder personeel en aanzienlijke schuldenproblematiek door het toeslagenstelsel.

In de kern komt dit opnieuw omdat het beleid gebaseerd is op een ideaaltypisch supermens-beeld van de burger, die geacht wordt zijn eigen verantwoordelijk volledig te pakken en zijn keuzevrijheid optimaal te benutten. Dit spoort niet met de werkelijkheid.

Uiteindelijk zijn dit, net als het vrijwillig maximaal eigen risico, voorbeelden van overheidsoptredens die verschillen vergroten. Het zijn de burgers met het minste denk- en doenvermogen die van deze onderdelen de nadelen ondervinden.

Ze betalen nu te veel zorgpremie, blijken (straks) geen vangnet te hebben bij arbeidsongeschiktheid, komen in schuldsituaties terecht of vragen toeslagen niet aan.

De Nederlandse overheid bedient dan een bepaalde groep burgers erg goed, en een andere groep burgers minder. De hoogste tijd om het beleid met deze bril op opnieuw te bekijken.

«
»