Wimar Bolhuis

Econoom, wetenschapper en publicist

Een CPB-doorrekening is een ticket tot de formatietafel

Komende maandag barst een media-feestje los. Het Centraal Planbureau (CPB) presenteert zijn tiende doorrekening van de verkiezingsprogramma’s die inzet zijn van de Tweede Kamerverkiezingen.

Preciezer: de doorlichting van de programma’s van de partijen die zich vrijwillig aanmeldden én uiteindelijk toestemming gaven voor publicatie. Niet elke partij zal meedoen. Na de persconferentie zullen journalisten mooie cijfers en politieke vergelijkingen naar u – de kiezer – kunnen zenden.

Onze doorrekentraditie bestaat 35 jaar, is wereldwijd uniek, en zelfs een Nederlands exportproduct. Ik schreef mijn proefschrift erover.

In 1986 verzochten CDA, VVD en PvdA de ambtelijke, maar onafhankelijke economenclub voor het eerst om een financieel-economische doorlichting van hun verkiezingsbeloften. De partijen wilden enige verzekering dat hun beleidsplannen uitvoerbaar, consistent en realistisch waren.

Ondanks – terechte! – herhaalde discussie over de nut en noodzaak ervan, won de terugkerende CPB-doorlichting met de naam Keuzes in Kaart in politieke kringen aan populariteit. In 2017 lieten maar liefst elf partijen hun keuzes openbaar maken.

Het inhoudelijke argument om mee te doen aan de doorrekening is dat verkiezingsbeloftes dan echt worden getoetst op uitvoerbaarheid, onderlinge consistentie en financieel-economische gevolgen. No fact free politics allowed.

Vanuit deze, misschien iets meer technocratische of ambtelijke, invalshoek zorgt de CPB-doorrekening voor hogere kwaliteit van het regeerakkoord dat in de formatie wordt gesloten. Het grootste analytische voorwerk is dan immers al gedaan. Keuzes in Kaart kan zo worden gezien als een uitvoeringsdocument en een begrotingsdocument.

Vanuit de politieke partijen bekeken is de gepubliceerde CPB-doorrekening van hun eigen verkiezingsprogramma evenzeer een document om campagne mee te voeren als om stevig de onderhandelingen mee in te gaan.

Zo kunnen partijen zich in de campagne met de uitkomst van de CPB-berekeningen onderscheiden. Vandaar dat partijen geregeld sturen op ronde, sprekende getallen in hun doorrekening die het goed doen in de media.

Denk aan de 10 miljard euro die D66 al aankondigde te steken in onderwijs en kinderopvang – het zet de partij op de kaart in de campagne.

Maar radicale of terughoudende beleidsvoorstellen in hun doorrekening kunnen ook een goede startpositie zijn voor partijen in de komende formatieonderhandeling. Zo kunnen partijen ‘hoog inzetten’, om zeker te weten dat na maandenlange gesprekken met potentiële coalitiepartners zeker voldoende resultaat wordt binnengehaald op een thema.

Goed om in het achterhoofd te houden bij de presentatie maandag; enige strategie is de deelnemende partijen niet vreemd.

Levert dat de partijen ook aanzien op bij de kiezer? Dat is maar zeer de vraag. Keuzes in Kaart werd door economen Van der Geest en Bomhoff eens betiteld als ‘Voer voor politici, niet voor de kiezer‘. Dat lijkt me te ver gaan, maar terechte vraag is: wat is de waarde van de doorrekening op de kiezersmarkt?

In mijn promotieonderzoek vond ik geen bewijs voor de electorale winst. Wel anekdotische bewijzen dat deelname kan voorkomen dat je daalt in de peilingen. Bijvoorbeeld, weet u de chaos bij 50Plus in de campagne van 2017 nog, toen lijsttrekker Krol op basis van alternatieve berekeningen claimde dat de AOW-leeftijd weer naar 65 jaar kon?

In de opvolgende mediastorm verloor 50Plus snel in de peilingen. Op stel en sprong presenteerde financieel woordvoerder Van Rooijen toen een nieuw dekkingsvoorstel op basis van… openbare CPB-berekeningen.

Een externe waarde van Keuzes in Kaart is een bewijs van geloofwaardigheid dat een electorale bodem verzekert.

Veel belangrijker lijkt de waarde van de CPB-doorrekening op de formatiemarkt, oftewel de interne waarde in politiek Den Haag. Een partij geeft met deelname het signaal af een serieuze, potentiële betrouwbare regeringspartij te willen zijn.

Men is bereid geweest om het technische werk tot de uiteindelijk doorrekening te volbrengen, durfde het om hun specifieke politieke keuzes en de bijbehorende gevolgen te openbaren, en sorteerde zo voor op de kabinetsformatie.

Immers, op traditioneel verzoek van de informateur rekent dezelfde economenclub met dezelfde systematiek straks ook het regeerakkoord door.

Deelname lijkt simpelweg uitgegroeid tot een noodzakelijk toegangsbewijs voor de formatietafel, en daarmee tot de regering. Sinds 1986 namen in totaal 33 partijen deel aan formatiegesprekken, over de jaren bestaande uit negen spelers (CDA, VVD, PvdA, D66, LPF, PVV, CU, GL, SP), om met wisselend succes te onderhandelen over het vormen van een kabinet.

Liefst 32 van hen hadden een CPB-doorrekening van hun verkiezingsprogramma paraat. Dit komt overeen met 97 procent. Alleen de LPF (26 zetels) heeft in 2002 zonder doorrekening geformeerd en (kort) geregeerd.

Komende maandag wordt dus, naast alle precieze cijfers en politieke vergelijkingen die het media-feestje produceert, een belangrijke andere vraag beantwoord: welke partijen kochten een mogelijk ticket tot de formatietafel?

«
»