Wat voor groei willen we?
Veel politici lijken liever een ontstane crisis te managen, dan vooruit te kijken en een voorspelbaar ongeluk te voorkomen. Adrenaline voor intellect. Plus: de crisismanager is populair.
Het is een verklaring waarom veel ‘langetermijnuitdagingen’ al zo lang bestaan. Dat het woningtekort groot zou worden, was al tijden te zien in de trendcijfers. Dat de energieopwekking en het energiegebruik schoner moeten, weten we al tientallen jaren. Het kernprobleem is dat het daadwerkelijk politiek aan de slag gaan met deze inzichten in Nederland wordt verward met visie.
Toen de coronacrisis uitbrak, overschreeuwden doemscenario’s met massawerkloosheid elkaar. Gelukkig herstelt Nederland snel en sterk. Het bruto binnenlandse product (bbp) groeit dit jaar met 3,8% en volgend jaar met 3,2%, berekende het Centraal Planbureau. De werkloosheid gaat naar 3,6%. Hier verdienen onze politici een compliment. Veel bedrijven konden mede door de steunpakketten hun personeel houden en snel doorstarten. De conjunctuur aanpak was prima.
Maar steeds duidelijk wordt dat de politiek de crisissituatie magertjes benutte om de productie van onze economie structureel te veranderen. De wijze van productie en de producten zelf kregen geen harde fiscale of reguleringsduw de goede richting op. Veel schoner, duurzamer of socialer werd het niet. Een beleidszwieperd naar meer woningbouw of duurzame energieopwekking bleef uit.
Cynisch genoeg dwongen het virus en de lockdown wel grote innovaties en koerswijzigingen af. Ga maar na: aanzienlijke medische vooruitgang, stappen in de digitalisering van diensten, een thuiswerkrevolutie. Ook de rechter kreeg echte aanpassingen voor elkaar: in de komende Miljoenennota worden miljarden euro’s gereserveerd voor het klimaat als gevolg van de Urgenda-uitspraak.
Het was de grote wens van onze planbureaus en adviesorganen: maak beleid dat de korte termijn crisisproblemen verbindt met de langetermijnuitdagingen voor Nederland. Door meer te doen dan crisismanagen kan de overheid een duidelijke richting aan de toekomstige productie geven – forward guidance is de precieze Engelse term. De rente stond laag, het kapitaal was ruim beschikbaar, en de arbeidskrachten en ondernemers hadden zich op deze nieuwe uitdagingen kunnen richten.
Hebben we de kans gemist? Is de window of opportunity dicht? Was dit a waste of crisis?
Wrang is dat het snelle en sterke herstel de aanpak van die langetermijnuitdagingen kan remmen. Het urgentiegevoel ebt weg. De slepende formatie bewijst het.
Daarnaast: hoe groter het aandeel van de beroepsbevolking dat werkt in bestaande markten, hoe minder productiecapaciteit beschikbaar is voor wat anders. Heftiger dan verwacht moet de overheid voor de woningbouwproductie en de klimaattransitie concurreren om kapitaal, arbeid en ondernemersgeest. Het directe prijskaartje groeit door de stijgende rentes, lonen, materiaalprijzen. Hier bovenop komen indirecte kosten door vertragingen, zoals arbeidsmarkttekorten door de woningnood en ecologische en sociale schade door vervuiling en opwarming.
Toch is de kans niet verkeken. Grote meevaller is dat de overheid probleemloos kapitaal aantrekt en veel budgettaire ruimte heeft. Daarbij zijn de verkiezingsprogramma’s opgesteld in de crisistijd, toen we steeds nadachten over ‘het nieuwe normaal’. En de formatie loopt nog (understatement), wat dan maar de plek moet zijn voor beleidsbesluiten over structurele aanpassingen van de Nederlandse productie.
De uitdaging is het maken van echte politieke keuzes die economisch voorrang moeten krijgen en die moeten worden teruggedrongen. De markt kan bbp-herstel en werkgelegenheid leveren, maar heeft sturing, kaders en steun nodig om grote maatschappelijke uitdagingen op te lossen.
Een belangrijke formatievraag wordt: wat voor groei willen we? Het antwoord vergt echt een visie, geen crisismanagement.