Wimar Bolhuis

Econoom, wetenschapper en publicist

Help met het herstelplan vooral jongeren en ondernemers

23 april 2021 07:06

De politieke onderhandelaars die straks de nieuwe regering in elkaar mogen knutselen zullen met enige opluchting naar de financieel-economische ontwikkelingen kijken. Wie had dit bij de uitbraak van deze coronacrisis gedacht?

Uit de laatste raming voor de komende kabinetsperiode door het Centraal Planbureau van maart blijkt een aanzienlijk positievere inschatting dan in die van november. Onze economie toont veerkracht. Hogere groei, meer consumptie, betere productiviteitsontwikkeling.

De onderhandelaars zullen het effect op de vooruitzichten voor de overheidsfinanciën blij gadeslaan: een kleiner overheidstekort, een lagere schuld en een beperkter houdbaarheidstekort in 2025. Mijn promotieonderzoek laat zien dat aan de formatietafel zulke budgettaire meevallers voorheen gelijk weer werden uitgegeven.

En voor wat het waard is; de staatsschuld loopt volgens het CPB niet op naar 47 procent in 2060, maar naar 35 procent van het bbp. Een onverstandig laag niveau, gelet op de economische behoefte aan publieke investeringen zoals in het onderwijs en de marktbehoefte aan Nederlandse staatsobligaties.

Er zit dus rek in de overheidsfinanciën. En dat is hard nodig.

De tocht naar een coronavrije samenleving en economie is hobbelig en onvoorspelbaar. Eigenlijk vindt iedereen dat de steunpakketten van de overheid pas afgebouwd kunnen worden als het virus onder controle is, de vaccinaties succesvol afgerond, en aanpassing aan de nieuwe omstandigheden voor bedrijven echt mogelijk is.

Op dit moment loopt de steun tot 1 juli. Het is onvermijdelijk dat die steun in enige vorm verlengd wordt. De sociale partners vragen dit expliciet. DNB waarschuwde niet te snel te stoppen, het zou zonde zijn als in de laatste fase toch nog in de kern gezonde bedrijven omvallen. Het verlengen van steun gaat geld kosten, dus die meevallers voor de staatskas komen goed uit.

Maar er is meer. Op de lange termijn doen zich twee hele belangrijke politieke kwesties voor:

Hoe moeten we omgaan met MKB-ondernemers die veel spaargeld hebben moeten opmaken om hun bedrijf te redden, schulden zijn aangegaan, en nu aankijken tegen een uitgestelde belastingschuld? Grote kans dat ondernemers straks alsnog failliet gaan of in de toekomst geen toereikend pensioen meer hebben.

En punt twee: hoe moeten we omgaan met jongeren die forse educatieve en sociale achterstanden hebben opgelopen, en nu aankijken tegen een minder rooskleurige toekomst? Niet alleen zij, ook de samenleving lijdt daaronder. Jongeren zullen straks minder sociaal ontwikkeld zijn en minder kunnen werken, zo laat onderzoek zien.

Gelukkig kunnen ondernemers en jongeren veel veerkrachtiger blijken te zijn dan we nu denken – net als onze economie – en dat hoop ik van ganser harte.

Toch ligt is het te hopen dat (belasting)schulden van MKB-ondernemers kwijtgescholden gaan worden, zoals DNB-president Klaas Knot al aangaf. Tevens is het prijzenswaardig dat ministers Koolmees, Hoekstra en Van ’t Wout pleiten voor veel ruimer fysiek onderwijs op middelbare scholen en mbo’s na de meivakantie.

Een goede eerste stap. Het voorkomen van grotere achterstanden, die nu al tientallen procenten zijn, is immers makkelijker dan ze repareren. Dit afschrijven van belastingclaims, ruimere school-openingstijden en grote reparatie-investeringen (deze zomer) kunnen zo in een herstelplan.

Prima dus als politieke onderhandelaars de budgettaire meevallers weer willen opsouperen, maar wel graag aan deze kwesties. Want de permanente schade is groot, maar niet zichtbaar aan de oppervlakte. Die cijfers zie je niet in de klassieke medische en economische rapportages als corona-sterfgevallen, besmettingen, werklozen en faillissementen waar politici en journalisten direct naar kijken.

De politieke aandacht moet nu naar de pijn onder water. De pijn die nergens te zien is op het beroemde coronadashboard.

«
»